De Azoren zijn misschien niet de eerste plaats waar je aan denkt als vakantiebestemming. De meesten weten wellicht nauwelijks waar deze Portugese archipel ligt en kennen ze de naam hooguit van het weerbericht. Toch is hier heel wat te zien en te doen. De laatste jaren is het toerisme wat toegenomen, waardoor de infrastructuur verbeterd is, zonder dat het echt toeristisch aanvoelt. We hebben voor jullie enkele culinaire tips voor de eilanden São Miguel en Terceira.
São Miguel
São Miguel is het grootste eiland van de Azoren en het is meestal ook de toegangspoort tot de eilandengroep. De hoofdstad Ponta Delgada heeft zich de laatste jaren omgevormd tot een modern stadje met een goed aanbod aan restaurants en winkels voor zowel de lokale bewoners als toeristen. Buiten de bewoonde kernen is de natuur er nog ongerept.
Op het Portugese vasteland hebben de Azoren een goede reputatie op het vlak van de kwaliteit van hun landbouwprodukten. Een daarvan is de ananas. Deze groeit niet op het vasteland en zelfs op São Miguel kan kan hij enkel in serres gekweekt worden. De ananas kan je op het eiland overal kopen, maar de plantage zelf bezoeken is natuurlijk nog het leukst. Hiervoor gingen we naar de plantage in Fajã de Baixo, vlakbij Ponta Delgada. De ananas van de Azoren is minder zoet dan deze uit Zuid-Amerika of Afrika. Persoonlijk vind ik hem daarom ook lekkerder. Lokale ananas wordt op de eilandengroep aangeduid als "ananás", terwijl ze de ingevoerde vruchten "abacaxi" noemen. Naast ananas vind je er ook lokaal gekweekte kleine bananen en guave.
In het noorden van het eiland vind je de enige twee theeplantages van Europa: Chá Gorreana en Chá Porto Formoso. We bezochten Chá Gorreana, de oudste en de grootste van de twee en tevens de enige van de twee die groene thee produceert. De plantage ligt aan de kust en het uitzicht is adembenemend. Dit alleen al is een goede reden voor het bezoek. Aan de ingang van de theefabriek begint een wandelpad van zes kilometer dat je onder andere door de theeplantage leidt. In plaats van door een museum, loop je door de werkende fabriek zelf waar je het hele productieproces kan zien. Ook op de plantage zijn de mensen gewoon aan het werk. In het bezoekerscentrum kan je de groene en de zwarte thee gratis proeven. Sluit je bezoek af met een paar bolletjes huisgemaakt ijs!
De architectuur van het oude centrum van Ponta Delgada doet me meer denken aan de oudere Braziliaanse steden zoals Florianopolis en Porto Alegre dan aan de steden van het Portugese platteland. Dit is niet verwonderlijk omdat Brazilië destijds een Portugese kolonie was. Ook deden de Azoren door hun ligging dienst als poort naar de nieuwe wereld. Je vindt er een aantal restaurants. Het algemene vegetarische aanbod is niet zoals bij ons, maar gelukkig zijn er een aantal leuke adresjes:
- A Tasca is een vaste waarde in de stad. Ze serveren de lokale gerechten in een gezellig kader. Eigenlijk hebben ze geen vegetarische hoofdgerechten, maar de kaart met kleine gerechten biedt een hele waaier een mogelijkheden. Ik vond het zelf moeilijk om te kiezen. Uiteindelijk namen we een kaasschotel als voorgerecht en daarna gevulde eieren, kikkererwtencurry, tuinbonen, geitenkaas met amandelen en honing en knoflookbroodjes. Een van de betere restaurants van Portugal. Je kan het beste van tevoren reserveren of erg vroeg gaan, rond zes uur.
- Rotas da Ilha Verde is het enige vegetarische restaurant en wordt door iedereen aanbevolen. Vaak is het er erg druk en is reserveren aan te raden. Zelf had ik pech en was er helaas geen plaats meer.
- Omdat er geen plaats meer was in Rotas da Ilha Verde, ben ik na een korte zoektocht bij Lan's beland. Hun aanbod is erg uitgebreid: Italiaans, Aziatisch en Portugees. In totaal hebben ze minstens tien vegetarische hoofdgerechten. Ondanks het erg brede aanbod is alles vers en goed bereid. Een reservering hier is niet nodig, ook al omdat de gasten hier gemiddeld minder lang blijven dan in de meer gastronomische restaurants. Zelf nam ik hier een omelet met groenten, een Portugese klassieker.
Terceira
Terceira is wat betreft bevolking het tweede eiland van de Azoren. De belangrijkste plaatsen zijn de hoofdstad Angra da Heroísmo (Angra) en Praia da Vitoria (Praia). Het eiland heeft een hogere bevolkingsdichtheid dan São Miguel en is bijgevolg minder ongerept. Wel lijken de steden en dorpen meer op die van het Portugese vasteland. Angra is één van de mooiste en gezelligste kleine Portugese steden die ik bezocht heb.
Op het internet vond ik weinig goede informatie over restaurants in Angra. Op het vlak van vegetarisme kon ik al helemaal niets interessants vinden. Gelukkig wist de vriendelijke dame van de toeristische dienst van Angra raad en gaf ze me een heleboel tips.
Cozinha de Coração in Praia da Vitoria is het enige echte vegetarische restaurant op het eiland. Het is enkel open op vrijdagavond en in het weekend omdat de uitbaatster nog een baan als lerares heeft. Door de beperkte openingstijden kon ik het zelf niet bezoeken. Het aanbod is gebaseerd op de traditionele Portugese keuken.
Het restaurant Casa do Jardim is gelegen in het mooie stadspark Jardim Duque da Terceira. Het gebouw ligt op een heuvel en heeft grote ramen. Hierdoor heb je een leuk uitzicht op het park. In hun keuken gebruiken ze enkel biologische ingrediënten. Omdat biologisch vlees en biologische vis zeer moeilijk verkrijgbaar zijn op het eiland, was de volledige menukaart vegetarisch op het moment van mijn bezoek. Toch benadrukte de uitbaatster dat ze in de eerste plaats een biologisch restaurant zijn. Zelf nam ik hier een quiche met aardappel.
Cardamomo is een klein gezellig eetcafé in de gemeentelijke markthal Mercado Duque de Bragança van Angra. Met hun aanbod proberen ze niemand uit te sluiten. Daarom vind je er zowel vlees, vis, vegetarisch, veganistisch alsook glutenvrij. Zelf had ik een bloemensoep en een beiju (Braziliaanse tapiocapannenkoek) met aubergine. De presentatie was erg mooi en het personeel was uitermate vriendelijk. Een aanrader.
In Portugal heeft elke streek een eigen gebak dat ze met veel trots aanprijzen. In Angra hebben ze de Bolo Dona Amélia, een klein gebakje dat lijkt op een kruising tussen kruidkoek en een cupcake. Het gebak werd gemaakt door de lokale vrouwen ter ere van het bezoek van het Portugese koningspaar Carlos en Amélia op op 4 juli 1901. Ze vernoemden het naar koningin Amélia. Het recept werd gebaseerd op een reeds bestaand gebak waarbij de kruiden van de “nieuwe wereld” werden gebruikt. Dit verklaart ook de overeenkomst met onze kruidkoek. Volgens het foldertje dat ik kreeg van de toeristische dienst wordt het originele gebak enkel geserveerd in de bakkerij O Forno. Dit klopt niet. Het gebak kan je vrijwel overal vinden en het recept is daarbij veel ouder dan de bakkerij. Wel vond ik de Bolo Dona Amélia bij O Forno veruit het lekkerst.
Zin om te vertrekken? Tijdens de lente en de zomer heb je rechtstreekse vluchten naar de eilanden São Miguel,Terceira en Pico vanuit Amsterdam met TUI. Vanuit Brussel zijn er enkel vluchten naar São Miguel. Tussen de eilanden kan je kiezen tussen de boot en het vliegtuig. Vanuit Lissabon en Porto heb je zelfs vluchten met RyanAir naar São Miguel. De eilanden lijken ver weg, maar zijn toch vlot bereikbaar.
Angra do Heroísmo (Terceira)
Maia (São Miguel)
Kat met zeezicht (São Miguel)
Meer Portugees!
- 30 uur Porto
- Francesinha vegetariana
- Portugees vegetarisch kerstmenu
- Portugese ovenschotel
- Sperziebonensoep, tuinbonensalade en nieuwe aardappeltjes met koriander