Onlangs bespraken wij het boek Azië van Meera Sodha. Een leuk boel vol Oosterse recepten met een westerse toets. Een van de recepten die opviel, was een Chinese pho, een soep die vaak niet vegetarisch is. Maar met veel paddenstoelen wordt het toch een smaakvolle en rijke soep.
Na elf jaar in Duitsland te hebben gewoond vind ik het Nederlandse brood doorgaans maar slap en laf. Geef mij maar een stevig Duits brood met een knapperige korst en lekker veel pitten en zaden. Gelukkig heb ik, nu we weer in Nederland wonen, mijn hoogstpersoonlijke Duitse thuisbakker. Uiteraard bakt hij met zuurdesem, maar soms vergeet hij de dag voor het bakken het voordeeg te maken of heeft hij zin in iets anders. Dan bakt hij gewoon dit brood met gist, met lekker veel zaden en roggemeel. Nu hij voor repetities een poosje in Duitsland is, moet ik mijn brood zelf bakken. Uit ervaring kan ik zeggen: dit broodrecept kan, als je de aanwijzingen precies volgt, bijna niet mislukken. Als je de rust- en baktijd niet meerekent, ben je ook maar een kwartiertje écht bezig.
Voor Vegatopia maak ik natuurlijk het liefst steeds nieuwe recepten, en dat héb ik ook gedaan, maar weet u wat het is: met dat idiote weer valt er geen fatsoenlijke foto van te nemen. De ene keer heb ik net een smakelijk bord klaar, wordt het aardedonker en begint het te hagelen en stormen, de volgende dag heb ik niks in huis en schijnt de zon me stralend tegemoet. Voor een kwartiertje. Daarom zet ik dit keer twee winterse recepten uit de Saladebijbel in het zonnetje - waar op een stralende dag al een keer een foto van gemaakt is - zodat u zelf kunt bepalen welke het beste bij het weer past.
Gnocchi koop je doorgaans kant-en-klaar in de supermarkt. Dat is lekker makkelijk en het is in de Italiaanse keuken een welkome aanvulling op spaghetti, macaroni en al hun pastabroertjes en -zusjes. Gnocchi wordt traditioneel gemaakt van aardappelpuree vermengd met bloem. Sommige recepten voegen nog een ei toe. Een overgebleven half stronkje broccoli inspireerde mij tot het bedenken van dit recept. Wanneer je ruim bloem klaar hebt staan voor het geval het deeg wat natter uitpakt, dan kan dit recept eigenlijk niet mislukken.
Is er iets romantischer dan met Valentijn je liefdesuiting op een lekkere pastei te plakken en die bij kaarslicht te serveren? Laat de liefde letterlijk door de maag gaan en proost hierbij op jullie liefde, bij voorkeur met bubbels. Geheel volgens de traditie houd je geheim wie het dakje op de pastei heeft gemaakt. Immers, op Valentijnsdag betuig je je liefde anoniem. De vulling voor deze valentijnspastei is onder andere gemaakt van porcini, ofwel eekhoorntjesbrood, gemengde paddestoelen, magor (een mengsel van mascarpone en gorgonzola) walnoten en pompoen. De pastei is te groot voor twee personen, je houdt dus wat over voor de lunch op de volgende dag.
Deze ovenschotel is een perfect kliekjesgerecht dat je met weinig werk op tafel hebt. Ik had een aardappel, een aardpeer, een geopend blikje kikkererwten en een restje spruitjes die op moesten. Gebakken in een laagje kruidig kikkererwtenvocht is de groente onderaan beetgaar gestoofd en bovenaan knapperig aangebruind. De stroop en citroensap geven een friszoet tintje en de nodige stroperigheid.
De naam nasi goreng betekent gewoon 'gebakken rijst'. Dit restverwerkingsgerecht voor overgebleven rijst is in Indonesië uitgeroepen tot nationaal gerecht. Ieder Indonesisch gezin heeft zijn eigen versie(s) van nasi goreng, net als veel Nederlandse gezinnen, overigens. Dit is mijn standaardvariant, met tempeh, spitskool, wortel en taugé, geserveerd met simpele, zelfgemaakte seroendeng en een ietwat Europese atjar.
Eerder recenseerden we het kookboek Groene tofu van Amalia Wasiliev. Vandaag geven we jullie uit dit boek een recept voor tofupannenkoekjes. Deze veganistische pannenkoekjes zijn net zo lekker als gewone pannenkoekjes. Als basisingrediënt gebruiken we zijdentofu. Dit is een zeer zachte soort tofu die gebruikt wordt voor blokjes in de soep of gemixt in allerlei bereidingen zoals hier in een pannenkoekenbeslag.
Deze taart hebben we niet zelf uitgevonden, ze is zelfs bekend onder verschillende namen. In België noemen we ze petit-beurretaart, in Nederland zijn er verschillende namen, waaronder beppetaart. Zelfs mijn Braziliaanse vrienden kennen iets gelijkaardigs. Het basisprincipe blijft echter altijd gelijk: laagjes koekjes afgewisseld met laagjes boterroom. Natuurlijk zijn er veel variaties. Daarom maken we onze eigen versie met mokkasmaak. De taart is gemakkelijk en snel te maken en daarom ook leuk om samen met de kinderen te doen. En de taart hoeft niet de oven in, wel enkele uren tot een hele nacht in de koelkast.
Ooit vloog ik naar Suriname. Naast me in het vliegtuig zat een vrouw in feestelijke Surinaamse dracht zich te verheugen op het weerzien met haar moederland. "O, ga je voor de eerste keer? Nou, je gaat wat meemaken, je gaat zooo lékker eten, meisje. Kip, ooow zulke lékkere kip. En eend, die noemen we 'doks' in Suriname, je gaat niet weten wat je proeft en altijd heimwee houden." In mijn herinnering heeft ze de helft van de toch echt behoorlijk lange reis verlekkerde verhalen verteld, maar dan vooral over kip. En eend dus. Het klonk als een droomland voor een omnivoor, niet bepaald de ideale bestemming voor een veganeusje. Zou je denken.
Heb je zin om ons team te versterken? Wij zijn op zoek naar nieuwe culinaire redacteuren, gastredacteuren en restaurantgidsredacteuren.. Ben je geïnteresseerd? Lees hier verder!