Als tiener proefde ik gnocchi voor het eerst. Dat was geen succes: ik kon me niet voorstellen dat iemand die melige balletjes echt lekker vond. Jarenlang at ik ze niet meer, tot ik twee jaar geleden besloot gnocchi weer een kans te geven. Ik kocht de verse variant en bakte deze (dus zonder te koken) in wat olijfolie. Wat waren die pastaballetjes ineens lekker! Omdat ik laatst niet kon kiezen tussen pesto en tomatensaus als smaakmaker, gebruikte ik ze allebei. Zo kwam ik tot dit heerlijke en makkelijke gerecht.
Voor 3 à 4 personen:
400 g gnocchi
1 zoete puntpaprika
1 ui
2 teentjes knoflook
2 el groene pesto
0,5 pakje gezeefde tomaten
400 g verse spinazie
100 g feta
evt. een hand geraspte kaas
olijfolie
peper en zout
- Bak de gnocchi in 8-10 minuten in wat olijfolie in een koekenpan goudbruin. Keer ze elke paar minuten om.
- Snijd ondertussen de paprika, ui en knoflook fijn en bak ze in een wokpan in wat olijfolie gaar.
- Voeg na een paar minuten de gezeefde tomaten en pesto toe, en steeds een handje spinazie (laat de groente eerst slinken).
- Breng de groenten en de saus op smaak met peper en zout.
Verdeel de gnocchi over de borden, schep de groentesaus erop en verbrokkel de feta erboven. De echte kaasliefhebbers kunnen er nog wat geraspte kaas overheen strooien. Buon appetito!