We moeten er nog even aan wennen dat we niet meer mogen klagen over dat er alleen maar wintereten is. Want ze zijn er weer! Asperges, raapsteeltjes, rabarber. Rabarber is in april en mei op z'n best. Dit ovengerecht is simpel en ziet er ook nog eens mooi uit.
We hebben het er niet zo op dat bij het koken van rabarber in de pan die mooie, roze stelen in een kliederige, groene draadjesbende verandert. Bij het garen van de rabarber in de oven blijft ie mooi en als je hem daarna voorzichtig in een bakje schept blijft ie ook nog even mooi. Tot je er met vork of lepel doorheen gaat en de rabarber uit eenvalt in heel veel.. groene, kleine draadjes. De vanille in dit gerecht zorgt voor een heerlijke geur zodat je tijdens het half uurtje dat de rabarber de oven in moet alvast kunt voorgenieten.
Voor 4 personen
5 rabarberstelen
1 vanillepeul
100 ml appelvlierbessensap (of gewone bessensap of druivensap of zoiets dergelijks)
1 el suiker
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Snij de uiteinden van de rabarber weg. Was de rabarber goed en snij de stelen in stukken van 10 centimeter. Probeer de schil niet mee te laten komen als je de stukken snijdt, die moet gewoon blijven zitten. Doe de rabarberstukken in een ovenschaal.
- Schraap het merg van de vanillepeul uit over de rabarber. Gooi de lege peulen er ook bij.
- Verdeel de suiker over de rabarber en giet dan het sap erover.
- Doe de rabarber 30 minuten in de oven. Eventueel na 20 minuten even nog wat sap van de bodem voorzichtig over de bovenkant gieten.
Serveer in een schaaltje met wat sap erbij.