In Israël at ik drie varianten van dit geurige bijgerecht. Meer of juist minder gekruid. Van rijst of van bulgur. Hier stond het als majadara op de kaart, en daar als mejadra. Één ding hadden alle varianten gemeen: het was altijd lekker. Arabisch soul food van de bovenste plank!
De allerlekkerste majadara at ik in een Libanees restaurantje bij het meer van Tiberias. De ober, zoon van de kok, vertelde me dat het geheim van een goede majadara 'm zit in de gebakken uien. Die moeten her en der een tikkeltje zwart zijn wil je het goed doen. Niet overdrijven!
Bijgerecht voor 4 personen
300 g uien of sjalotten
3 el zonnebloemolie
150 g bruine linzen
1 el olijfolie
1 volle tl gemalen komijn
1 volle tl gemalen koriander
1 afgestreken tl kaneel
versgemalen peper
150 g basmatirijst of bulgur
zout
- Pel de uien, snij ze in dunne plakken en fruit de uien in de zonnebloemolie in een koekenpan tot ze bruin zijn. Schrik niet van hier en daar een zwart randje.
- Zet ondertussen de linzen op met ruim water en kook ze in een kwartier beetgaar. Giet de linzen af.
- Haal de gebakken uien uit de pan en bewaar ze op een bord.
- Doe een eetlepel olijfolie in de koekenpan.
- Bak komijnzaad, koriander, kaneel en peper een minuut.
- Doe de rijst erbij en bak ‘m doorschijnend.
- Voeg de linzen toe.
- Doe ongeveer 3 dl water in de pan, doe het deksel erop en laat de majadara ongeveer een kwartier zachtjes koken tot de rijst gaar is.
- Roer de uien door de rijst.
Lekker naast shakshuka of als onderdeel van een tafel vol Libanees lekkers zoals fattoush, flat bread, hummus en tabouleh.
Meer met rijst!
