De energierekening is afgelopen jaar als een raket in de hoogte geschoten. De beste manier om deze nog iets onder controle de houden, is het energieverbruik verminderen. Dit betekent niet alleen niet onnodig het hele huis gaan verwarmen, geen half uur meer onder de douche staan, maar ook bewuster omgaan met energieverbruik in de keuken. Dit inspireert ons een energiezuinig kerstmenu te maken. Het blijft een feestelijk en lekker kerstdiner, maar het energieverbruik wordt tot een minimum beperkt, zonder dat je een zak rauwe wortels hoeft te serveren. Een bijkomend voordeel is dat het menu eenvoudig te maken is en weinig tot geen voorbereiding vergt. Het is dus ook nog behoorlijk stressvrij.
Voor 4 personen
***
***
Pilav met prei, paddenstoelen en cashewnoten
***
Warme appel met frisse room en zoete notencrumble
Knolselderijrémoulade
Een fijn licht voorgerecht dat ruimte laat voor de volgende gangen. Kruidig, friszuur en een beetje pittig. Voor dit recept zijn maatlepels gebruikt, een eetlepel is 15 ml, een theelepel 5 ml.
1 knolselderij (ongeveer 750 gram, na schoonmaken en raspen had ik ongeveer 500 gram over en dat is ruim voldoende voor 4 personen)
1 citroen
½ tl zout
1 tl peper
2 el mayonaise
1 el pittige grove mosterd
1 el halfvolle yoghurt
½ tl pul biber
40 g veldsla, bij voorkeur gemengd met wat gekleurde bladsla
½ appel
40 g kaas
het groen van 2 bosuitjes
60 g winterwortel
- Schil de knolselderij, zodat de vezelige buitenkant er helemaal af is en rasp ‘m grof.
- Pers de citroen en meng in een kom de geraspte knolselderij met het sap, het zout en de peper. Roer alles goed door, dek de kom af en laat zeker 2 uur staan op een koele plek.
- Roer de mayonaise met de mosterd, de yoghurt, en de pul biber luchtig door elkaar.
- Knijp het vocht uit de knolselderij en roer de saus er doorheen, zorg dat alles goed gemengd is.
- Snij de appel in plakjes, de kaas in kleine blokjes, het groen van de bosuitjes in ringetjes en rasp de winterwortel grof.
- Maak 4 bordjes op met een rand sla, schep in het midden een portie rémoulade en garneer het met de appel, kaas, ringetjes bosui en geraspte wortel.
Romige briesoep
Deze feestelijke soep maak je klaar in ongeveer 10 minuten en ze hoeft amper te koken. Minder gasverbruik en minder stress. Je maakt de soep gewoon op het moment zelf. Wat over is, kun je later nog opwarmen, maar het is zeker niet nodig om ze de dag van tevoren klaar te maken.
200 g brie (punt)
1,5 dl room
1 dl droge witte wijn
8 dl water
1 groentebouillonblokje (voor 5 dl vocht)
snuf knoflookpoeder
30 g maïszetmeel
2 el fijngehakte bieslook
peper en zout
- Verwijder de witte korst van de brie. De korst is perfect eetbaar (eet ze dus gerust op), maar helaas smelt deze niet. Snij de brie vervolgens in blokjes.
- Doe de wijn, de room en de brie in een pan. Laat de kaas al roerend wegsmelten op middelhoog vuur. Het geheel mag niet aan de kook komen voordat de kaas volledig gesmolten is, want anders wordt hij rubberachtig.
- Wanneer alle brieblokjes zijn opgelost in het wijn-roommengsel, voeg je het water, het bouillonblokje en het knoflookpoeder toe. Zet het vuur hoog en breng net aan de kook, totdat het bouillonblokje opgelost is. Haal de soep van het vuur. Los het maïszetmeel op in een beetje water in een kopje. Voeg al roerend toe in de niet meer kokende soep.
- Breng de soep terug aan de kook en laat een minuut of 2 doorkoken om de zetmeelsmaak weg te krijgen.
- Kruid af met peper en zout. Werk af met de fijngehakte bieslook.
Serveer de soep warm, maar niet kokend heet. De smaak komt minder tot uiting wanneer ze zo heet is dat je je mond net niet verbrandt.
Pilav met prei, paddenstoelen en cashewnoten
Traditioneel staat met het hoofdgerecht van het kerstmenu de tafel bijna vol: meerdere bijgerechten en sausjes die je vooraf klaarmaakt en afzonderlijk opwarmt en warmhoudt. Allemaal leuk en aardig, maar ook niet per se nodig. We houden het hier bij een feestelijk éénpansgerecht, een pilav die bijna kan doorgaan als typisch Hollands, maar die toch een paar Indiase trekken heeft - vooral dan in de manier van bereiden.
120 g cashewnoten
1 flinke prei
1 teen knoflook
150 g kastanjechampignons
150 g oesterzwammen
1 tl kurkuma
1 tl paprikapoeder
1 laurierblad
300 g basmatirijst
6 dl water
1 groentebouillonblokje (voor 5 dl vocht)
peper en zout
olie om te bakken
- Laat de cashewnoten een paar uur of zelfs een hele nacht in water weken.
- Was het zand uit de prei, maak hem schoon, snij hem overlangs door en daarna in (halve) dunne ringen. Maak de kastanjechampignons schoon en snij ze in dunne plakjes, de grotere exemplaren snij je naar wens nog eens in tweeën. Maak de oesterzwammen schoon en snij of scheur ze in reepjes.
- Doe olie in een gietijzeren pan en bak hierin de prei glazig. Hak de knoflookteen fijn en voeg hem toe. Voeg de kurkuma, de paprikapoeder en het laurierblad toe. Doe er nu de paddenstoelen bij en laat ze onder regelmatig roer meebakken totdat ze bijna gaar zijn.
- Roer de rijst onder de groenten en roerbak kort mee. Giet de cashewnoten af en voeg ze toe. Giet er nu het water bij, samen met het bouillonblokje. Breng aan de kook met het deksel op de pan.
- Wanneer de pilav kookt, zet je het vuur op middellaag en laat je het geheel zachtjes nog met deksel op de pan koken, totdat al het vocht opgenomen is. Roer af en toe - constant roeren hoeft niet, het is geen risotto.
- Wanneer het vocht opgenomen is, haal je de pilav van het vuur en laat je hem nog 10-15 minuten uitdampen. Kruid af met peper en zout. Verwijder het laurierblad.
Warme appel met frisse room en zoete notencrumble
Als dessert serveren we warme appel met frisse room en zoete notencrumble. Om het energiezuinig te houden, gebruiken we zoveel mogelijk producten van dichtbij, en zonder voorbewerking in de fabriek. Wel zetten we even de oven aan, maar de restwarmte kunnen we weer gebruiken voor de verwarming van het huis.
2 friszoete appels
1 tl kaneel
klontje boter
80 g ongeroosterde walnoten
naar keuze: 50 gram rozijnen/of 8 dadels/of 4 gedroogde vijgen
200 g slagroom
200 g Griekse yoghurt (10% vet)
4 el vloeibare honing
- Bekleed een bakplaat met bakpapier.
- Was de appels, verwijder de klokhuizen en snijd in blokjes van 1x1 centimeter. Meng met de kaneel. Verdeel de boter in vieren. Verdeel over één helft van de bakplaat, verdeel stukjes boter ertussen.
- Hak de noten grof. Als je dadels of vijgen gebruikt, hak deze dan ook grof. Meng de noten met de gedroogde vruchten. Verdeel over de andere helft van de bakplaat.
- Verwarm de oven naar 200 graden, maar zet de plaat er meteen in. Gebruik bovenwarmte als je die functie hebt. Rooster voor ongeveer 10 minuten, tot de appel zacht is en de noten geroosterd. Pas op dat de noten niet aanbranden.
- Klop ondertussen de slagroom stijf. Klop voorzichtig de yoghurt erdoorheen.
- Verdeel de appel over 4 glaasjes, laat even afkoelen tot lauwwarm. Verdeel de room erover en vervolgens de notencrumble. Werk af met een eetlepel honing en serveer meteen.