Het is erg leuk wanneer iedereen bij jou komt eten voor de Kerst. Lekker kokkerellen, tafel mooi gedekt, iedereen blij. De realiteit is echter dat je vaak meer in de keuken staat dan aan tafel zit, terwijl iedereen gezellig aan het praten is en jij de helft mist. Dat kan anders.
Dit menu is vrijwel helemaal van tevoren te maken, waardoor je op de dag zelf alleen alles hoeft op te warmen en te serveren. De ingrediënten zijn simpel en makkelijk al wat eerder in te kopen, zodat je niet op de drukste dagen van het jaar door de winkels op zoek hoeft te gaan voor dat ene speciale ingrediënt. Saai is het menu echter niet, doordat alle gerechten kleurrijke laagjes bevatten. Helemaal lui is het ook niet, want je moet natuurllijk wel wat voorbereiden. Maar dat kan over een week (of langer) uitgespreid worden, zodat je lekker op het gemak alles kan maken. Dek de tafel ook in laagjes, met bijvoorbeeld een mooie tafelloper en verschillende maten borden op elkaar.
Rozemarijn en tijm kun je als plantje al een week of twee van tevoren kopen. Als je het plantje verpot, kan het na de winter naar buiten in de tuin of op het balkon. Basilicum staat als plant graag op een warme, lichte plek, niet te dicht bij een koud raam. Pluk steeds de grote bladeren af, maar laat de bovenste paar zitten. Je plantje gaat dan maanden mee. Basilicum en peterselie zijn ook prima als diepvrieskruiden te kopen.
Krijg je gasten die geen gluten mogen of heb je het liever vegan? Dat kan zonder problemen, zodat je niet apart hoeft te koken. Lekker makkelijk!
Dit menu is voor vier personen.
***
Laagjessoep van pompoen en doperwten
***
Groentegratin met hazelnotencrumble
***
IJsterrine met brownies, hazelnoten, kersen en pure chocolade
Gevulde kaiserbroodjes
4 kaiserbroodjes of andere kleine, ronde (eventueel glutenvrije) broodjes om af te bakken
een stukje courgette (ongeveer 2 cm)
2 el kappertjes
8 gedroogde tomaten, op olie
100 g roomkaas (of veganistische roomkaas)
2 tl Italiaanse kruiden
peper en zout
8 blaadjes verse basilicum (of diepvries) of 4 tl pesto, plus extra om te serveren
2 tl olijfolie (extra virgine)
4 tl pesto
Voorbereiden (maximaal twee dagen van tevoren):
- Snij ruim het kapje van elk broodje, zodat het mooi heel blijft.
- Hol de broodjes uit, laat ongeveer een centimeter aan de rand over. Dit gaat het makkelijkst door met een lepel de omtrek in te steken en dan voorzichtig de inhoud er met je vingers uit te halen. Zorg dat de bodem heel blijft! Bewaar het broodkruim voor de groentegratin.
- Snij dunne plakjes van de courgette. Hak de kappertjes grof.
- Laat de gedroogde tomaten uitlekken, dep het teveel aan olie weg. Snij ze in kleine stukjes.
- Meng de roomkaas met de Italiaanse kruiden. Breng op smaak met wat peper en zout.
- Schep een volle theelepel roomkaas in een broodje, smeer het wat uit tot het een mooi laagje is.
- Leg twee plakjes courgette op de roomkaas, snij ze eventueel bij zodat ze precies in de holte passen. Vul aan met een laagje roomkaas.
- Schep een kwart van de tomaten op de roomkaas. Maak weer een laagje roomkaas.
- Schep een halve eetlepel kappertjes op de roomkaas, leg hierop twee in stukjes gescheurde basilicumblaadjes.
- Als het goed is, komt de vulling nu ongeveer tot de rand. Als dit niet zo is, schep dan nog wat extra roomkaas op de vulling (let er wel op dat er genoeg overblijft voor de andere broodjes). Je kan ook nog een laagje courgette op de basilicum leggen.
- Pak het kapje en druppel op de onderkant een beetje olijfolie. Leg het op het gevulde broodje, zodat de lijnen op het kapje doorlopen in het gevulde deel van het broodje. Druk het kapje voorzichtig maar wel stevig aan. Wikkel het broodje in plastic folie en bewaar het in de koelkast tot gebruik.
- Doe hetzelfde met de andere drie broodjes.
Op de dag zelf:
- Haal de broodjes uit de koelkast en uit het folie.
- Zet de oven aan en bereid de broodjes zoals op de verpakking. Ze worden extra knapperig als je ze eerst een beetje nat maakt.
- Serveer ze met een schepje pesto en/of wat extra blaadjes basilicum.
Kun je niet aan veganistische roomkaas komen, maar wil je het wel vegan maken? Verdubbel dan de hoeveelheid courgette, gedroogde tomaat, kappertjes en basilicum en smeer tussen de laagjes een beetje veganistische pesto (die kan je eventueel zelf maken) of kruidenolie (olijfolie met Italiaanse kruiden).
Laagjessoep van pompoen en doperwten
Pompoensoep:
1 kleine pompoen van ongeveer 500g (of 300g blokjes uit de vriezer)
1 kleine ui
1 teentje knoflook
10 naaldjes verse rozemarijn
1 el milde (olijf)olie
1 tl (gedroogde) tijm
1 blaadje laurier
½ el groentebouillon
peper
Doperwtensoep:
1 kleine aardappel (ongeveer 100 g)
2 tl peterselie (vers of diepvries)
200 ml water
1 blaadje laurier
150 g diepvrieserwten
peper en zout
1 eetlepel pompoenpitten
soepstengels
Verder: staafmixer, 4 mooie, kleine hittebestendige (thee)glazen.
Voorbereiding, maximaal een dag of drie van tevoren:
Pompoensoep
- Was de pompoen, snij hem door de helft. Schep met een lepel de zaden en draden uit de helften. Haal de harde stukjes weg. Snij de helften in stukken.
- Snipper de ui en snij de knoflook fijn. Hak de rozemarijn fijn.
- Verwarm de olie in een pan en fruit de ui en de knoflook even aan, tot de ui zacht is.
- Voeg de pompoen, tijm, laurier, rozemarijn toe, bak aan tot de pompoen zacht begint te worden. Voeg daarna de groentebouillon toe.
- Kook de soep zachtjes ongeveer 10 minuten tot de pompoen uit elkaar begint te vallen. Zet het vuur uit en laat de soep een beetje afkoelen. Giet de helft van de bouillon af in een kom of maatbeker. Gooi het niet weg!
- Pureer de soep met een staafmixer. Voeg steeds wat van de achtergehouden bouillon toe, tot het ongeveer de dikte heeft van yoghurt. De soep moet redelijk dik blijven, omdat anders de laagjes niet stijf genoeg zijn om elkaar te dragen.
- Breng op smaak met peper, laat afkoelen en zet afgedekt in de koelkast tot gebruik. Je kan de soep ook invriezen. Zet ze dan een dag van tevoren in de koelkast om te ontdooien.
Doperwtensoep
- Schil de aardappel en snij in kleine blokjes. Snij de peterselie fijn.
- Pak een pan en breng hierin het water met het laurierblaadje aan de kook. Voeg de aardappel toe en kook tot de aardappel helemaal zacht is.
- Voeg de doperwten toe, en kook zachtjes voor ongeveer 2 minuten, tot ze ontdooid maar nog wel mooi groen zijn.
- Zet het vuur uit en laat de soep even afkoelen.
- Voeg de peterselie toe en pureer de soep. Deze moet ongeveer even dik zijn als de pompoensoep.
- Breng op smaak met peper en zout, laat afkoelen en zet afgedekt in de koelkast tot gebruik. Je kan de soep ook invriezen. Zet ze dan een dag van tevoren in de koelkast om te ontdooien.
Op de dag zelf:
- Warm de soepen in aparte pannen op.
- Rooster de pompoenpitten kort in een droge pan.
- Verwarm twee mooie, diepe glazen schalen door ze even onder de warme kraan te houden. Droog ze goed af.
- Schenk de warme soep in de twee schalen en laat de gasten zelf de soep in mooie lagen in de theeglaasjes scheppen.
- Verdeel de pompoenpitten over de glaasjes en serveer bij elk een (of twee) soepstengels.
Groentegratin met hazelnotencrumble
250 g wortel
250 g pastinaak
200 g zoete aardappel
200 g bloemkool
15 g hazelnoten
15 g broodkruim (over van de gevulde broodjes)
1 teentje knoflook
60 g (room)boter
60 g (glutenvrije) bloem
600 ml (plantaardige) melk
½ tl tijm (gedroogd of vers)
1/2 tl nootmuskaat
zout en peper
10 naaldjes rozemarijn
groentechips (zakje van 35 g)
Extra: dunschiller/kaasschaaf/mandoline, ovenschaal met inhoud van 1 liter
Voorbereiding, maximaal een of twee dagen van tevoren:
- Was de groenten.
- Trek met een dunschiller mooie linten van de wortel en van de pastinaak. Stop als je bij de harde kern komt.
- Kook de pastinaak kort in kokend water, zodat deze niet meer hard is. Schep de linten uit het water en laat goed uitlekken in een zeef of vergiet.
- Herhaal dit met de wortel, hou de wortel en de pastinaak apart.
- Schil de zoete aardappel en trek ook hier linten van. Hou apart.
- Maak van de bloemkool de roosjes los van elkaar. Snij de roosjes in zo dun mogelijke plakjes. Het is niet erg als het een beetje kruimelt, maar probeer de plakjes zo veel mogelijk heel te laten.
- Maal de hazelnoten en het broodkruim fijn, bijvoorbeeld in een hakmolentje of vijzel.
- Pel en pers het teentje knoflook. Hak de rozemarijn fijn.
- Smelt de boter samen met de bloem in een (steel)pan. Roer ondertussen goed, totdat er een dikke pasta ontstaat. Laat dit even pruttelen, zodat de bloem kan garen.
- Zet het vuur lager. Voeg een scheutje melk toe, roer voorzichtig tot de melk helemaal is opgenomen. Herhaal dit totdat de melk helemaal op is en de saus mooi glad is. Zet het vuur weer hoger.
- Voeg knoflook, tijm, rozemarijn en nootmuskaat toe, laat dit nog even zachtjes koken, maar blijf af en toe roeren.
- Zet het vuur uit, en maak de saus op smaak met zout en peper. Roer nog steeds af en toe door, zodat er geen vel op de saus komt tijdens het afkoelen.
- Schep twee (jus)lepels saus in de ovenschaal.
- Leg de helft van de wortellinten naast elkaar in de schaal. Zorg dat de laag overal ongeveer even dik is.
- Dek af met 3 lepels saus. Probeer deze egaal te verdelen.
- Doe hetzelfde met de helft van de bloemkool, zoete aardappel en pastinaak. Maak steeds een mooie laag met saus erover.
- Herhaal deze stappen met de andere helft van de groenten. Eindig met de rest van de saus.
- Strooi de hazelnootbroodkruimels over de groentegratin.
- De ovenschotel kan meteen in 45 minuten worden afgebakken op 200 graden of kan zonder af te bakken worden bewaard. Als je hem van te voren afbakt, wordt de saus steviger en zie je de laagjes beter.
- Laat de ovenschotel afkoelen en dek af met plastic folie. Bewaar in de koelkast tot gebruik.
Op de dag zelf:
- Haal de ovenschotel een uur of twee van tevoren uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.
- Voor als de ovenschotel al afgebakken is: warm de ovenschotel in ongeveer 15 minuten op in de magnetron. Als je liever de oven gebruikt, volg dan de volgende stap.
- Als je de ovenschotel nog moet afbakken: laat de oven aanstaan op 200 graden nadat de gevulde broodjes uit de oven komen. Zet de ovenschotel direct na de broodjes in de oven en bak deze 45 minuten. Laat de schotel een paar minuten afkoelen zodat de saus weer iets stolt.
Serveer de schaal en snij aan tafel in vier mooie stukken. Serveer elk stuk met een handje groentechips.
IJsterrine met brownies, hazelnoten, kersen en pure chocolade
50 g hazelnoten
100 g brownies (of chocoladekoekjes, eventueel glutenvrij)
50 g chocolade (puur) of chocoladevlokken
100 g (diepvries)kersen
1 liter (plantaardig) roomijs naar smaak, bijvoorbeeld vanille of chocolade
Extra: Cakevorm of rechthoekige diepvriesbak, met inhoud van 1 liter; plastic folie
Voorbereiding, minimaal een dag van tevoren, maximaal twee weken:
- Bekleed de vorm met een ruime laag dubbelgeslagen plastic folie. Er moet genoeg overblijven aan de randen om de bovenkant goed te kunnen afsluiten.
- Zet de vorm tot gebruik in de vriezer.
- Hak de hazelnoten grof en rooster ze kort in een droge pan. Laat goed afkoelen.
- Verkruimel de brownies.
- Schaaf of hak de chocolade in mooie dunne plakjes. Het is niet erg als het in stukjes breekt.
- Hou 8 kersen apart en doe deze terug in de vriezer. Laat de rest van de kersen iets ontdooien zodat je ze in stukjes kan hakken.
- Haal het ijs en de vorm uit de vriezer. Let op dat een metalen vorm erg koud kan zijn: gebruik dus ovenhandschoenen. Werk nu snel, zodat het niet te erg ontdooit. Mocht het te zacht worden, zet het ijs én de vorm even terug in de vriezer.
- Voor de laagjes wordt niet al het ijs gebruikt: je zal waarschijnlijk meer dan de helft overhouden. Gebruik wel alle gehakte kersen.
- Strooi een mooie laag hazelnoten op de bodem van de vorm.
- Schep ongeveer een kwart van het ijs erover en strijk zo goed mogelijk glad. Dit gaat makkelijker met een natte lepel.
- Herhaal dit voor de volgende lagen in de volgorde chocolade, ijs, kersen, ijs, browniekruimels en eindig met de rest van het ijs.
- Dek de vorm af met het overhangende deel van het plastic folie, en bewaar in de diepvries.
- Voeg alle kruimels, nootjes en chocolade samen in één diepvriesbakje. Als je het ijs ruim van tevoren maakt, bewaar de kruimels dan ook in de vriezer. De kruimels kunnen ook zonder problemen een dag of twee in de koelkast bewaard worden.
Op de dag zelf:
- Haal de 8 overgebleven kersen, en eventueel de kruimels, al aan het begin van de dag uit de vriezer. Laat ze in de koelkast ontdooien.
- Zet een rechthoekige schaal of een mooi bord al 's ochtends in de koelkast, zodat deze goed koud is.
- Haal pas als je het ijs wil serveren de vorm uit de vriezer. Gebruik weer ovenhandschoenen bij een metalen vorm.
- Open het plastic folie van de bovenkant van de vorm en leg de koude schaal op z'n kop op de vorm.
- Hou de schaal goed vast op de vorm. Keer voorzichtig om, zodat het ijs op de schaal gestort wordt.
- Haal het folie weg. Het is niet erg als het ijs een beetje gekreukeld is.
- Strooi rijkelijk de overgebleven kruimels over het ijs.
Snij op tafel mooie plakken van het ijs. Leg op elk bordje twee plakken ijs, garneer met twee kersen en nog een beetje extra kruimels.