Niets maakt zoveel indruk als een lekkere zelfgebakken taart. Deze citroenschuimtaart vraagt even wat aandacht, maar is in principe niet moeilijk te maken.
Voor 8 à 10 personen:
Voor de bodem:
170 g bloem
100 g koude boter, in stukjes zo groot als een erwt gesneden
1 eidooier
Voor de vulling:
3 (het liefst biologische, anders héél goed gewassen) citroenen
250 g suiker
250 ml water
4 el maizena
4 eidooiers
Voor het schuim:
4 eiwitten
200 g suiker (plus een beetje)
2 tl maizena
1 tl azijn
De bodem
Zeef de bloem met een snufje zout. Verdeel de boterstukjes over de bloem en snij er met twee messen doorheen, tot de stukjes ongeveer half zo groot zijn geworden. Wrijf daarna de boter nog fijner door de bloem, tot het geheel op broodkruimels lijkt. Doe dit snel en met koude handen. Je kunt de boter en de bloem ook samen in de keukenmachine of de hakmolen van je staafmixer tot kruimels mengen.
Kneed nu snel het eigeel erdoor en, als het deeg te droog is, een heel klein beetje water.
Vorm het deeg tot een schijf, verpak die in folie en leg hem 20 minuten in de koelkast.
Hou een klein stukje deeg apart en rol de rest van het deeg voorzichtig uit. Spreid het in een ingevette lage taartvorm van 22 centimeter doorsnede. Zet de vorm nogmaals 20 minuten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Bekleed de deegbak in de taartvorm met bakpapier, en leg daarop gedroogde peulvruchten, rijst of speciale blindbakknikkers. (Geen van alle kun je na het bakken nog eten, maar je kunt ze wel vaker gebruiken om blind mee te bakken, want dat is wat je nu doet.)
Bak de bodem in 20 minuten gaar.
Als je na het bakken kleine gaatjes in de deegbodem ontdekt kun je deze dichten met het beetje deeg dat je hebt overgehouden (omdat de taart nogmaals de oven ingaat wordt dit nog wel gaar).
Maak ondertussen de vulling
Rasp voorzichtig de schil van de citroenen. Let erop dat je alleen de gele schil raspt en het wit niet meeneemt. Pers ze daarna uit.
Roer de maïzena los met genoeg citroensap om er een papje van te maken. Verwarm de rest van het citroensap, de suiker en het water al roerend, tot de suiker is opgelost. Roer de eidooiers los en klop er scheutje voor scheutje het citroensuikerwater door. Doe dit niet te snel, anders krijg je roereisliertjes. (Als dat gebeurt en niet heel erg is, zeef je het mengsel en doe je of er niets aan de hand is.)
Verwarm het geheel opnieuw en roer het maizenapapje en de citroenrasp erdoor. Het wordt nu heel snel dikker. Blijf goed roeren tot het kookt. Vul er dan de gebakken deegbak mee en zet die vijf minuten in de oven.
Voor het schuim
Klop in een grote, schone kom met een schone garde of mixer de eiwitten stijf. Sla nu in delen de suiker erdoor en, als laatste, de maïzena en de azijn.
Als de taart vijf minuten in de oven heeft gestaan, haal je hem eruit en draai je de oven terug tot 180 graden.
Verdeel het schuim over de taart en maak met de achterkant van een lepel mooie piekjes. Strooi er een klein beetje suiker over en bak de taart nog 20 minuten.
Serveer de taart op kamertemperatuur of koud.
Recept: Maartje Wakker