In grootmoeders tijd waren exotische ingrediënten, zoals kokos en marsepein, nog echt exotisch en dus duur. Die gebruikte je alleen voor bijzondere gelegenheden. Kokosmakronen zijn daarom typische koekjes voor de Kerst of voor een winterse adventszondag. En met deze stap-voor-stap handleiding met foto's maak je meteen een aardig voorraadje.
Bereidingstijd: 40 minuten
Baktijd: 25 minuten per bakplaat
Ingrediënten(Voor een goed gevulde koektrommel) 1 eiwit verder: |
|
Verwarm de oven voor op 160° C. Leg bakpapier op de bakplaat, of smeer de plaat in met boterolie. Sla het eiwit goed stijf. Voeg onder het stijfslaan achtereenvolgens zout, suiker, citroensap en -schil toe. |
|
Snij het marsepein in zeer kleine stukjes en meng dit met de geraspte kokos. Het beste, meest gelijkmatige resultaat krijg je als je de stukjes marsepein en de kokos in de blender mengt. Roer dit mengsel voorzichtig door het eischuim. |
|
Vorm met twee theelepels knoedels (balletjes) van het deeg. Leg ze, met voldoende tussenruimte, op de bakplaat. |
|
Of, als je een spuitzak of iets dergelijks hebt, kun je voor een nog mooier resultaat daarmee de makronen op de bakplaat spuiten. |
|
Bak de makronen in 25 minuten goudbruin in de oven. Haal ze dan uit de oven en laat ze afkoelen. |
|
Hak de couverture en verwarm deze au bain-marie - of laat ze op heel lage stand in de magnetron smelten. Dip de makronen in de warme couverture, even afdruppelen en laat ze vervolgens op bakpapier, met een gladde ondergrond, drogen. |